Een bewuster mens

Iris van Spierenburg
28 jul 2014

Het enige waar ik me na de scheiding (ik was toen dertien) zorgen om maakte was dat we verhuisden naar de andere kant van het dorp, waar ik mezelf totaal niet vond passen. In het oude huis had ik een hartstikke grote kamer, een zolder voor mezelf. Nu gingen we naar twee huizen waar het leek te tochten door alle kieren, tuinen vol met onkruid en kleine slaapkamertjes met tweedehands meubels. De scheiding in het algemeen vond ik nog minder erg dan de verhuizing.

Vervolgens kregen mijn ouders nieuwe liefdes. Als hooggevoelig meisje had ik al gauw door dat de energie van mijn ouders hele andere kanten op gingen dan ik gewend was. Waar waren ze met hun gedachten? Ik trok het niet. Waarom deden ze ineens zo raar? Waarom hadden ze iemand anders nodig? Ze hadden ons toch, de kinderen? Was dat niet genoeg?

Door de jaren heen is er veel veranderd. Gelukkig maar, moet ik zeggen. Dagboeken heb ik volgeschreven met verhalen vol vragen, onbegrip en zelfs agressie. Op mijn negentiende besloot ik uit mezelf om naar een psycholoog te gaan. Van alle kanten kreeg ik te horen dat dat een dappere keuze was. Dapper? Niet meer dan vanzelfsprekend, vond ik. Ik had het nodig, praten met iemand. Al snel kwam ik tot de conclusie dat ik eigenlijk ‘gewoon’ volwassen moest worden. Mezelf losmaken van mijn ouders.

Ik ging op kamers wonen en werd zelf verliefd. Ik kreeg een relatie en daardoor ben ik gaan beseffen dat mijn ouders ook maar mensen zijn die liefde nodig hebben. Dat ze dat bij elkaar niet meer konden vinden, wil niet zeggen dat ik ze als dochter moet tegenhouden om verder te gaan met hun leven. Ze zijn niet alleen ouders, ze zijn ook zoon, dochter, vriend, vriendin en collega.

Dit wil overigens niet zeggen dat ik het nu eens ben met de manier waarop alles is gegaan hoor, de boosheid zit er af en toe nog flink in en ik zal nooit vergeten hoe ik me heb gevoeld. Toch kan ik met trots zeggen dat ik door alle negativiteit in die tien jaar een bewuster mens ben geworden.

Dewi (23)