Heen en weer met een knoop in mijn maag
DEEL dit verhaal MET ANDEREN
DOOR : AMBER | FOTO: PEXELS / RDNE STOCK PROJECT
1
Geplaatst op: 17-04-2025
Ik was twee jaar toen mijn ouders uit elkaar gingen. Te jong om het te begrijpen, maar oud genoeg om te voelen dat er iets fundamenteels veranderde. De scheiding was volgens mijn ouders een gezamenlijke beslissing, maar in mijn beleving als klein meisje was het simpel: papa vertrok.
De regeling was duidelijk: om het weekend naar mijn vader en om de week één nacht doordeweeks. Maar wat op papier geregeld was, voelde in mijn lijf helemaal niet geregeld. Elke keer dat ik moest wisselen, voelde het alsof er iets in mij scheurde. Ik wilde zo graag bij mama blijven. Mijn vader stond dan met een verdrietig kind die niet bij hem wilde zijn.
Toen ik vier jaar was, kreeg hij een relatie met een vrouw die al drie kinderen had. Een druk, wild huishouden. Een compleet contrast met hoe het bij mama was: rustig, veilig, vertrouwd. Daar was ik alleen met haar, alles was overzichtelijk en er was altijd ruimte voor mij. Als ik bij mijn vader en zijn nieuwe gezin was, voelde ik me een vreemde. Alsof ik ergens in moest passen waar eigenlijk geen plek voor me was.
Het contrast tussen mijn twee werelden werd steeds groter. En ik moest blijven schipperen. Tussen ouders, tussen huizen, tussen loyaliteiten. Mijn vader vroeg regelmatig of ik iets aan de regeling wilde veranderen. Maar ik kon het niet zeggen. Wat ik eigenlijk had willen zeggen? Dat ik me niet welkom voelde. Dat zijn partner nare dingen zei zoals: “Ik haal jou en je vader uit elkaar.” of “Je bent dik”. Maar uit loyaliteit zei ik niks. Dus fietste ik week in, week uit met een enorme knoop in mijn maag en een veel te zware tas naar een plek waar ik me nooit op mijn gemak voelde.
Mijn moeder wist het ook niet. Ze stimuleerde juist altijd dat ik naar mijn vader ging, terwijl ze waarschijnlijk allang zag dat het me moeite kostte. Ik probeerde van alles. Meermaals keerde ik om en zei ik dat ik ziek was. Dat ik buikpijn had (wat ook echt zo was), maar niemand trapte erin.
Jarenlang ging ik op de automatische piloot heen en weer. Tussen twee huizen, twee werelden en twee versies van mezelf. Wat ik daar als kind van heb geleerd, is dat aanpassing een overlevingsstrategie werd. Ik werd er goed in: voelen wat er van mij verwacht werd, schakelen tussen sfeer en regels en mezelf klein maken als dat veiliger voelde.
Nu ik ouder ben, zie ik hoe dat me ook gevormd heeft. Ik heb lang gedacht dat ik moeilijk was, omdat ik het lastig vond om bij het gezin van mijn vader te zijn. Maar dat was ik niet. Ik was een kind dat het nodig had om zich ergens écht welkom te voelen, ergens écht te landen. En dat lukte maar op één plek.
Reacties (1)
Flip
9 jaar
12 dagen geleden
Ik heb hetzelfde. Het lukt me niet om bij de vriendin van mijn vader me echt veilig te voelen.
0